ANALYSE – “Fortune favors the brave”, verklaarde de Amerikaanse acteur Matt Damon in een recente reclame. Wandelend in een omgeving van door computers gegenereerde beelden van ontdekkingsreizigers en avonturiers, vertelde Damon kijkers hoe zij zich bij de rangen van deze dappere mensen konden voegen: door cryptovaluta te verhandelen op Crypto.com.

De boodschap van de reclame van Crypto.com is eenvoudig: cryptovaluta en de blockchain zijn de toekomst.

Het idee van de blockchain, een digitaal logboek waarop transacties tussen partijen worden vastgelegd met behulp van een gedecentraliseerde verificatiemethode, bestaat al jaren. Met de introductie van de bitcoin in 2009 werd het ook daadwerkelijk in de praktijk geïntroduceerd.

Tijdens de coronapandemie belandde de crypto-industrie volop in de schijnwerpers. Op een moment dat veel mensen meer tijd online begonnen door te brengen en sommigen meer besteedbaar inkomen hadden, beloofden cryptobedrijven dat consumenten hun geld in digitale activa konden parkeren en snel rijk konden worden.

En het verkooppraatje werkte: de koers van de bitcoin steeg van ongeveer 9.000 dollar in maart 2020, tot zijn piek van bijna 70.000 dollar in november 2021.

Particuliere beleggers, early adopters en durfkapitalisten die wilden meeliften op de groei, staken massaal geld in cryptovaluta. Blockchain- en crypto-evangelisten begonnen vervolgens hun boodschap te verbreden.

De introductie van Web3

Niet langer bestond de cryptowereld uit slechts digitale tokens die zowel geld als speculatieve beleggingen zijn. De aanjagers noemden het vanaf nu "Web3": de volgende evolutie van het internet.

Web3 omvat NFT's (non-fungible tokens, ofwel unieke eigendomscertificaten) en DAO's (Decentralized Autonomous Organizations). Dat laatste verwijst naar online gemeenschappen die de klassieke juridische bedrijfsstructuur van bijvoorbeeld een bv vervangen voor een alternatief waarbij tokenbezitters digitaal stemmen om gezamenlijk beslissingen te nemen.

Verder hoort DeFi (decentralized finance) uiteraard bij Web3, aangezien het hierbij draait om een financieel systeem dat zonder tussenpersonen zoals banken of notarissen werkt.

De hype raakte afgelopen jaar in een stroomversnelling. Het handelsvolume van NFT-handelsplatform OpenSea groeide met een factor van ruim 600, werknemers in de techsector gingen aan het werk voor Web3-bedrijven en durfkapitaal vloeide in grote hoeveelheden naar cryptoprojecten.

Crypto-evangelisten beloven dat dit een nieuw internet zal opleveren, democratischer en vrij van controle door grote, klassieke, technologiebedrijven. Een internet waar elke gebruiker de kans heeft om genoeg geld te verdienen om van rond te komen en eigenaar kan worden van virtuele goederen.

Maar sinds november vorig jaar beginnen er barstjes te ontstaan in dit utopische verhaal. Om te beginnen is de cryptomarkt sindsdien fors ingezakt. De bitcoin daalde van een piekniveau van 67.000 dollar naar een waarde van meer dan 40.000 dollar.

Tegelijk zijn critici hun zorgen over onder meer NFT's en DAO's duidelijker gaan benoemen. Nu het erop lijkt dat Web3 een aantal grote claims niet kan waarmaken, is het nuttig om te kijken naar eerdere perioden waarin een revolutionaire technologische vooruitgang werd voorgespiegeld, die anders uitpakte dan beloofd.

Een historie van grote beloften

In 1980 plaatste Apple een advertentie in zakenkrant The Wall Street Journal waarin Steve Jobs de personal computer positioneerde als een uitvinding die "zijn kracht beschikbaar maakt voor het individu."

Dat was een groot contrast met de computers die op dat moment werden gebruikt. Dat waren vooral enorme mainframes voor overheden en grote bedrijven. Jobs beweerde dat de personal computer macht zou verdelen over iedereen.

Het idee dat technologie macht kon geven aan individuen stamde uit een libertaire tegencultuur die populair was in Silicon Valley, en het opkomende neoliberale geloof in de superioriteit van de vrije markt.

Jobs nam deze ideeën over en verbond ze aan Apple's kleine, witte doos, waarmee hij beweerde dat vooruitgang kon worden bereikt door technologie en ondernemerschap.

De belofte van het libertaire techno-utopia gaat terug tot de beweringen van Steve Jobs dat de personal computer de mensen zou bevrijden.
De belofte van het libertaire techno-utopia gaat terug tot de beweringen van Steve Jobs dat de personal computer de mensen zou bevrijden.
Sal Veder/AP

Hoewel personal computers op een bepaalde manier zeker voor meer autonomie hebben gezorgd, kwam de visie van Jobs van totale vrijheid door technologie niet uit.

Onze gecomputeriseerde samenleving faciliteerde de uitbreiding van de macht van een beperkt aantal zeer grote bedrijven. De computer heeft het makkelijker gemaakt voor organisaties om op een mondiale schaal te werken en daarmee een grotere punt van de economische taart voor zichzelf te claimen.

De boodschap van het verkrijgen van macht met technologie werd opnieuw gebruikt in de jaren 1990. John Perry Barlow, de mede-oprichter van de Electronic Frontier Foundation, richtte zich tot overheden met zijn 'Declaration of the Independence of Cyberspace'. Daarin schreef hij: "Ik verklaar dat de wereldwijde sociale ruimte die wij bouwen van nature vrij zal zijn van de tirannieën die jullie ons proberen op te leggen."

Volgens Barlow zou de cyberspace een ruimte van gelijkheid worden. Omdat het een virtuele omgeving was, zouden mensen erin stappen zonder de bagage (of privileges) die ze in de echte wereld met zich meedroegen.

Maar Barlows verklaring ten spijt werd het internet geen ruimte waarin mensen aan de sociale, politieke, of economische structuren van de echte samenleving konden ontsnappen. Hun plek in de samenleving en de identiteit van mensen veranderde niet door de opkomst van het internet.

En hoewel Barlow vooral overheden aanviel, zei hij weinig over de techbedrijven die het web op zo'n manier vorm hadden gegeven, dat ze er zelf ongekend rijk door werden.

Nadat de dotcomzeepbel begin deze eeuw barstte, zochten internetbedrijven naar een manier om het web zo in te richten, dat mensen er alleen mee in aanraking konden komen via grote platforms. Ook dat ging gepaard met grote beloften.

Het plan van Facebook om "de wereld te verbinden" moest sociale voordelen en meer vrijheid voor iedereen bieden. Op datzelfde moment sprak Amazon-oprichter Jeff Bezos over de noodzaak om poortwachters te verwijderen, om zo innovatie en creatieve vrijheid aan te moedigen, terwijl hij zelf bezig was om een gesloten koninkrijk te bouwen.

Nog altijd is het cyber-libertaire utopia niet gearriveerd. In plaats van de toekomst in eigen hand te nemen, werken we nu op een internet dat gedomineerd wordt door een handvol grote commerciële platforms die elke stap die we online zetten, nauwgezet in de gaten houden en telkens nieuwe manieren vinden om daar geld aan te verdienen.

Maar we zijn er nog niet: Web3 is hier om ons te bevrijden van deze realiteit. Het belooft vrijheid door middel van digitale autonomie: het internet wordt teruggegeven aan de gebruikers. Tenminste, dat is wat de aanhangers ons willen doen geloven.

Wat is Web3?

Het idee van Web3 werd in 2014 voor het eerst omschreven door Gavin Wood, mede-oprichter van blockchainplatform Ethereum. Hij beschreef het als een evolutie van het internet waarin "alle interacties onder schuilnamen, veilig, en voor veel diensten, zonder de noodzaak van vertrouwen worden uitgevoerd."

Wood vindt dat de noodzaak om te vertrouwen op andere mensen en autoriteiten "eigenlijk in alle gevallen iets slechts" is. Hij zegt dat hij liever ziet dat onze samenleving wordt overzien door 'slimme contracten' die niet afhankelijk zijn van menselijk toezicht. Bij slimme contracten gaat het om afspraken die worden vastgelegd in stukjes computercode die automatisch worden uitgevoerd en vastgelegd op een gemeenschappelijk digitaal logboek.

Alles, dus ook onze communicatie en financiële transacties, moet volgens hem vastgelegd worden in een gezamenlijk en openbaar logboek, waarvan het beheer niet afhankelijk is van een centrale instantie.

Het gevolg is dan wel dat je pech hebt als je iets vastlegt waar je later spijt van krijgt, of als iemand anders persoonlijke informatie over jou plaatst. Als iets geplaatst is, kan het nooit meer worden verwijderd.

Web3-aanhangers doen pogingen om geloofwaardigheid voor het nieuwe internet te creëren door te beweren dat het eindelijk de beloftes van voorgaande versies van het internet zal waarmaken.

Neem bijvoorbeeld internetondernemer Chris Dixon, die schreef dat Web3 "de gedecentraliseerde, gemeenschappelijk beheerde insteek van web1 combineert met de geavanceerde, moderne functionaliteiten van web2."

Met andere woorden: je krijgt alle voordelen van de grote platformen, - gebruiksgemak, toegang tot gemeenschappen, en creatief potentieel - maar dan zonder de nadelen. Niemand verkoopt je persoonlijke gegevens, grote bedrijven eigenen zichzelf geen hoge vergoedingen toe en overheden bemoeien zich niet meer met wat jij doet.

Dixon herhaalde de oude beloftes om makers, ontwikkelaars en artiesten meer macht te geven. Maar in plaats van dat Spotify en Apple de macht van muzieklabels, en Amazon de macht van de boekuitgevers, gaan aanvechten, zeggen Web3-evangelisten nu dat ze de voormalige "stoorzenders" gaan aanpakken. Daarmee doelen ze op de dominante techbedrijven.

De verheerlijking van het vroege "gedecentraliseerde" web ligt ook ten grondslag aan Web3. Maar er is een fundamenteel verschil tussen de twee.

Barlow geloofde dat "legale concepten van eigendom" de transitie naar het internet niet zouden overleven, en dus zouden achterblijven in de fysieke wereld. Daarmee zei hij eigenlijk dat niemand iets zou bezitten op het internet. Dat zorgde ervoor dat het vroege internet een aversie tegen copyright en intellectueel eigendom had. Het werd gekenmerkt door het vrij delen van informatie, wat door sommigen werd opgevat als piraterij.

Maar dat is niet wat de kapitalisten achter Web3 beogen. In plaats daarvan, zoals Dixon uitlegt, kunnen Web3-gebruikers "stukjes van het internet bezitten door tokens te bezitten." En die tokens "geven gebruikers eigendomsrechten."

In tegenstelling tot het niets kunnen bezitten, maakt Web3 het juist mogelijk om elk klein deel van het internet te kopen en te verkopen. Maar die "tokenization" van het web lokt scepsis uit. Zoals de geschiedenis aantoont, hebben commerciële krachten er een handje van emancipatie van de massa dwars te zitten.

De echte toekomst wordt gebouwd

Web3 zou gedecentraliseerd moeten zijn, omdat het op peer-to-peer blockchains is gebouwd. Maar het proces dat transacties op een digitaal logboek faciliteert, leidt tot sterke concentratie in de uitvoering.

Om een transactie af te wikkelen, of om een nieuwe block (een set van transacties) aan een digitaal logboek toe te voegen, moet een deelnemende computer ingewikkelde wiskundige sommen oplossen. In het geval van bitcoin is de helft van de computercapaciteit om dit te doen in handen van slechts 50 zogenoemde miners (0,1 procent van het totale aantal).

Dit laatste blijkt uit een onderzoek dat het National Bureau of Economic Research in 2021 publiceerde. In het geval van Ethereum hadden in 2020 twee miningpools meer dan de helft van de totale computerkracht van het netwerk in handen, bleek uit een rapport dat destijds uitkwam.

Dat is belangrijk, want als een kleine gecoördineerde groep miners, dus degenen die het verificatieproces uitvoeren, meer dan 50 procent van de computerkracht van een netwerk in handen heeft, kunnen ze zich gaan mengen in het proces van het toevoegen van blokken, of kunnen ze andere miners tegenhouden om transacties te verifiëren. Eigenlijk hebben ze de macht om te doen wat ze willen met de transacties op een blockchain.

Daar komt bij dat, ondanks de opwinding rondom nieuwe Web3-startups, er sprake is van sterke consolidatie, waarbij er dominante bedrijven ontstaan in bepaalde niches.

Kijk bijvoorbeeld naar cryptohandelsbeurs Binance, het NFT-handelsplatform OpenSea of diensten zoals Infura of Alchemy.

Consolidatie vindt op dezelfde manier plaats als eerder gebeurde met e-commerce, sociale media en contentplatforms. Er zijn goede redenen om aan te nemen dat dit nu ook weer gaat gebeuren.

Moxie Marlinspike, de voormalige topman van chatapp Signal, gaf in een getailleerde omschrijving van Web3 aan dat centralisatie vaak gepaard gaat met gebruikersgemak. Het verlaagt de toegangsdrempel voor de massa.

Dit principe pasten Facebook, Google en andere diensten ook toe om het internet voor veel gebruikers beschikbaar te maken in de afgelopen twee decennia.

Omdat mensen de technische details van een systeem niet kunnen (of niet willen) begrijpen, is er een stimulans voor bedrijven om nieuwe gebruikers eenvoudiger toegang te bieden tot bepaalde diensten.

Dit gebeurt dan in ruil voor het feit dat de gebruikers iets teruggeven, zoals hun persoonlijke data of gratis arbeid. Dat is precies het doel van durfkapitalisten die geld steken in nieuwe technologische applicaties.

Paul Ratje/voor de Washington Post via Getty Images

David Rosenthal, die al decennia werkt aan peer-to-peer en gedecentraliseerde webtechnologieën, stelt dat de blockchains waarop Web3 wordt gebouwd, grotendeels gemaakt zijn om het proces van het goedkeuren van transacties duur te maken. Dat werkt consolidatie in de hand, omdat miners op die manier de schaalgrootte kunnen bereiken om efficiënt te werken, wat betekent dat ze meer winst kunnen maken.

Web3-bedrijven en de durfkapitalisten die ze steunen, proberen ook samen te werken met het traditionele financiële systeem en proberen regulering op te tuigen die ervoor zorgt dat op crypto gebaseerde platformen belangrijke tussenpersonen worden.

Softwareprogrammeur Molly White legt uit dat het voldoen aan financiële regelgeving op een manier dat investeerders voldoende rendement kunnen halen, een belangrijke stimulans vormt voor centralisatie. Dit zorgt ervoor dat Web3 waarschijnlijk erg veel gaat lijken op ons huidige internet, maar met een andere groep bedrijven als dominante megaspelers.

Dat brengt ons bij een van de grootste problemen met het ecosysteem van Web3: het leunt heel erg op cryptovaluta die meer speculatieve financiële beleggingen zijn, dan daadwerkelijke valuta.

Microsoft-oprichter Bill Gates ging zover om crypto-activa te typeren als een extreme vorm van 'wat de gek ervoor geeft.' Hij deed dit omdat cryptovaluta geen intrinsieke waarde hebben, maar afhankelijk zijn van een toenemend aantal mensen dat instapt om de waarde te laten groeien. Programmeur Stephen Diehl vergeleek dit met een piramidespel.

Dat verklaart waarom mensen die met crypto bezig zijn, zo graag willen dat jij ook in crypto stapt. De hele markt wordt geplaagd door vuile spelletjes als 'wash-trading' om de waarde van NFT's kunstmatig op te pompen, of pump-and-dump-praktijken waarbij de waarde van een coin of NFT wordt opgepompt, waarna de maker er met de inleg van anderen vandoor gaat.

Terwijl gewone mensen worden misbruikt, werkt de huidige gang van zaken erg goed voor de machtige spelers in de industrie. Zoals Gates al zei, produceert crypto geen waarde, het distribueert geld dat erin gepompt wordt, net als een casino. Een aantal spelers, zoals de handelsplatformen, verdienen geld via commissies die klanten betalen om te mogen handelen.

Volgens Diehl is echte innovatie van crypto het omzeilen van de beursregelgeving. Dat houdt in dat investeerders en durfkapitalisten niet hoeven te wachten op een beursgang om te kunnen cashen. Als ze tokens hebben, kunnen ze op elk moment verkopen, en invloedrijke mensen krijgen meestal toegang tot gereduceerde voorverkopen voor nieuwe munten en NFT-collecties vóór het grote publiek.

Maar de speculatieve manie die daaruit voorkomt, creëert op den duur bredere risico's voor de economie. Dat is precies waarom discussies over regulering of een regelrecht verbod van bepaalde crypto-activiteiten wereldwijd oplaaien.

Laat je niet misleiden door de hype

Web3-evangelisten willen dat we allemaal geloven dat we nu eindelijk de echte geëmancipeerde versie van het internet krijgen. Maar dat kan niet, want er is een fundamenteel conflict tussen de prachtige doelen van vrijheid en decentralisering en de intenties van durfkapitalisten die over elkaar vallen om Web3-bedrijven te bouwen waarmee ze een monopolie in hun segment van de industrie willen creëren.

We moeten dus kritisch kijken naar wat er echt wordt gebouwd. Dat omvat alles van het creëren van kunstmatige schaarste door eigendomsrechten uit te breiden tot digitale goederen, tot de enorme energieconsumptie die in sommige landen gepaard gaat met blackouts van de stroomvoorziening.

Vervolgens moeten we ons afvragen of de toekomstige Web3-bedrijven echt werken aan hetgeen ze beweren te brengen. En als we zien dat dit niet het geval is, kunnen we bedenken hoe dat beter zou kunnen.

Meer lezen over cryptovaluta? Check deze artikelen: